Lídia Jorge: “Tijdens mijn toespraak op 10 juni had ik het gevoel als een kind dat door een kamer loopt en denkt dat er iets kapot is.”

Lídia Jorge verwelkomt ons in haar geboortehuis, een boerderij in Boliqueime, Algarve, waar de muren herinneringen aan de levenden en de doden herbergen en waar Ali Baba, de twintigjarige kat van haar moeder, nog steeds rondzwerft. Het is noodzakelijk om de erosie van een honderd jaar oud gebouw te bestrijden en de scheuren te repareren. "Huizen ademen," vertelt ze ons, terwijl ze ons meeneemt naar een kamer waar jarenlang een kaart van Europa hing, met verouderde grenzen. Nu het schilderij is verplaatst, hebben de ironie van het lot en de wendingen van de geschiedenis de kaart weer actueel gemaakt. Dingen veranderen. En Lídia Jorge is zich daar terdege van bewust, zelfs terwijl ze in het verleden zoekt naar de wortels van de toekomst. Daar kijkt ze, met dezelfde hoop waarmee haar grootvader een schoorsteen bouwde die te groot was voor het huis dat hij kon bouwen, ervan overtuigd dat het ooit zou groeien. Met die hoop schreef ze haar toespraak van 10 juni, zonder zich ooit te kunnen voorstellen dat het een nationale controverse zou worden. Toen ze boegeroep en applaus hoorde, besefte ze dat haar woorden misschien iets hadden gebroken. En dat raakte haar.
Wat is jouw oudste herinnering?
Visao